Droomtentoonstelling valt toch niet in duigen

© Dave van Hout Fotografie, foto: Josanne vd Heijden

Dit artikel verscheen in fanzine #3. Lees het volledig fanzine.

Al sinds de opening in 1982 speelt Museum Helmond met het idee om de zestiende-eeuwse schilder Lucas Gassel terug naar Helmond te halen. Die langgekoesterde wens ging dit jaar in vervulling. De grootste, duurste en meest internationaal georganiseerde tentoonstelling van het museum opende in maart de deuren, om ze een week later alweer te moeten sluiten door de maatregelen. “Een ontzettend bittere pil”, zegt directeur Marianne Splint. Toch kijkt ze ook met trots terug op de afgelopen periode. “Het is nog steeds een prachtig project geweest, dat we maar wel mooi hebben geflikt.”

© Dave van Hout Fotografie, foto: Josanne vd Heijden

“We hebben het maar wel mooi geflikt”

“Een project met smoel”, zo noemt Marianne Splint de allereerste overzichtstentoonstelling ter wereld over Lucas Gassel. Heel bekend is hij niet, zelfs niet in Helmond waar hij opgroeide. Splint: “Hij is inderdaad niet een grote naam zoals bijvoorbeeld Van Gogh, maar hij verdient de aandacht zeker wel. Zijn schilderijen zijn fantastisch en in zijn eigen tijd werd hij erg gewaardeerd. Gassel was ook een van de eerste kunstenaars die zijn werken gingen signeren. Dat was het begin van het zelfstandig kunstenaarschap; kunstenaars gingen creëren vanuit intrinsieke motivatie, wat een interessante ontwikkeling was. De basis om Gassels werken terug te halen was liefde voor de kunstenaar. En er was ook nog geen museum dat zijn eigenaarschap claimde. Wereldwijd hangen in allerlei musea hooguit twee schilderijen. Met deze tentoonstelling is het ons gelukt om dat eigenaarschap te claimen.”

Dat in de provinciale steun gesneden dreigt te worden, is een zorgelijke ontwikkeling”

Uitdaging

Daarmee ging een droom van Museum Helmond in vervulling: de landschapsschilder terug naar huis halen, naar de plek waar hij rond 1488 werd geboren en een groot deel van zijn jeugd doorbracht. Door de jaren heen bleek zo’n project steeds te duur, te omvangrijk, te complex. Waarom het museum deze uitdaging nu wel aanging? “Er leefde veel enthousiasme in de stad en de gemeente stelde een startbudget van twee ton beschikbaar”, vertelt Splint. “Met die financiële zekerheid konden we de boer op richting grote fondsen en sponsors.” Met de financiële bijdrage was Brabant C een van de meest cruciale partners van de tentoonstelling ‘Lucas Gassel – Meester van het Landschap’. Het was de tweede keer dat het Helmondse museum een provinciale bijdrage ontving voor een groot project. 

Dat het nieuwe provinciebestuur van VVD, Forum voor Democratie, CDA en Lokaal Brabant dit voorjaar kenbaar maakte minder prominent in te zetten op cultuur, baart Splint zorgen. “Voor ons levensonderhoud zijn wij voor een groot deel afhankelijk van de gemeente, niet van de provincie. Wel kunnen we als museum met provinciale steun voor grootschalige projecten als deze tentoonstelling echt een ambitieslag maken. Als we op internationaal topniveau willen presenteren in de regio, dan heb je dit type steun hard nodig. Dat in die steun gesneden dreigt te worden, is een zorgelijke ontwikkeling voor ons en de hele culturele sector.”

© Dave van Hout Fotografie, foto: Josanne vd Heijden

Lamgeslagen

Met de coronacrisis er bovenop is de sector nu in behoorlijk zwaar weer beland. Ook de tentoonstelling over Lucas Gassel dreigde met de gedwongen sluiting van het museum volledig in het water te vallen. “Sinds 2016 waren we er met ons team vol voor gegaan”, vertelt Splint. “Het momentum was perfect; we hadden veel aandacht in de media, de rijen stonden de eerste dagen voor de deur, en dan moet je noodgedwongen dicht. We waren echt even compleet lamgeslagen. Gelukkig wisten we dit snel om te zetten, ook door de bevestiging die we tijdens de opening hadden gekregen. Alle positieve reacties sterkten ons in het geloof dat we Lucas Gassel nog steeds aan de man moesten brengen, maar nu op een andere manier.”

Dan ben je ineens dat ene museum dat sneu, sneuer, sneust is.”

Verlenging

De focus werd direct op verlenging van de expositie gezet. Daarvoor moesten de bruikleengevers van de ruim tachtig kunstwerken – gesigneerd werk, tekeningen, gravures van zijn hand en werk van leerlingen en bepalende tijdgenoten – worden benaderd. Dankzij de inzet van conservator Annemieke Hogervorst konden nagenoeg alle werken drie maanden langer blijven hangen. Er werden virtuele rondleidingen op touw gezet, video’s, vlogs en podcasts geproduceerd en verspreid via social media. De Volkskrant maakte een toer langs musea die dicht waren, waarbij ook Helmond werd aangedaan. En Marianne Splint werd meerdere keren benaderd voor een interview voor de camera’s. Lachend: “Dan ben je ineens dat ene museum dat sneu, sneuer, sneust is. Niet bepaald de beeldvorming waar we voor gingen, maar we konden hiermee wel het verhaal over Lucas Gassel vertellen. Ook de campagneruimtes die we al hadden ingekocht hebben we hiervoor gebruikt. Door steeds maar weer het verhaal voor het voetlicht te brengen hebben we veel mensen betrokken weten te houden. Dat zagen we ook terug toen we weer opengingen. Het momentum was dan wel voorbij, maar er stonden wel weer rijen voor de deur.”

Veerkracht

Ook de afgelaste activiteiten in de stad rondom Gassel konden in de zomer alsnog plaatsvinden. Door de (openlucht)exposities, stadswandelingen en walking dinners is de zomer van 2020 volgens de museumdirecteur de zomer van Lucas Gassel geworden. “Als museum hebben we 8.000 van de verwachte 25.000 bezoekers getrokken. Maar als je meetelt hoeveel mensen we dankzij de exposure uiteindelijk hebben bereikt, komen we daar wel bovenuit.”

De afgelopen periode heeft Museum Helmond nog iets opgeleverd: inzicht in een andere manier van verhalen overbrengen en het betrekken van mensen. Splint: “Het is niet vanzelfsprekend dat mensen naar je website gaan en een kaartje kopen. Het digitaal rondleiden, prikkelen via de socials en werken met beelden heeft absoluut een toegevoegde waarde. We gaan nu met een aantal partijen bekijken op welke andere manieren we onze collectie en verhalen naar buiten kunnen brengen. Nu was dat uit nood geboren, maar we gaan er zeker mee door.”

‘“Ja, we zijn als cultuursector veerkrachtig, maar er zitten grenzen aan”

De Helmondse museumdirecteur is trots op de veerkracht en ondernemersgeest die ‘haar’ museum dit jaar heeft getoond. Hoe het zit met de veerkracht van de Brabantse cultuursector in het algemeen? “Als ik kijk naar de regio Eindhoven, Helmond en Brainport zit die veerkracht vooral in innovatie en creativiteit. Maar alleen daarmee kom je er niet; je hebt ook commitment nodig van partners. Dus ik ben wat terughoudend als je vraagt of we als sector veerkrachtig zijn. Want je kunt die veerkracht niet blijven uitputten, er zitten grenzen aan.” 

Spraakmakend

Ondertussen kijkt Marianne Splint alweer vooruit naar het volgende grote project in 2023. Veel wil ze er nog niet over kwijt. Wel dat het een spraakmakende tentoonstelling wordt rondom het thema automotive. “Ik zie onze Kunsthal, de parkeergarage, de stad en het kanaal als één grote expositieruimte, waarin het draait om auto’s en kunst. Een project om naar uit te kijken.”

Dit artikel verscheen in fanzine #3. Lees het volledig fanzine.
Liever een fysiek exemplaar van fanzine #3 ontvangen? Stuur een mailtje met je naam en adres. Wij zorgen voor de rest.
Tekst: Brigitte de Swart – SWARTOPWIT