Onderweg naar overmorgen; brief Brabant C aan Minister Van Engelshoven

Glow, fotografie: Willeke Machiels

Glow 2020, fotografie: Willeke Machiels

Na het verschijnen van het advies ‘Onderweg naar overmorgen’ van de Raad voor Cultuur, wilden wij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laten zien wat er in Brabant al speelt op het gebied van Fieldlabs, revolverend investeren en publiek-private samenwerking. We schreven daarom een brief aan Minister Van Engelshoven, waarin wij tevens onze kennis en ervaring aanboden. De brief tref je hierbij aan. 

Wat eruit voortkomt weten we nog niet, maar dat we hebben kunnen laten zien waar we in Brabant trots op zijn en waarop we vooruitlopen, lijkt ons sowieso een goede zaak. 

 

Hooggeachte mevrouw Van Engelshoven,

Met grote belangstelling namen we eind vorig jaar kennis van het rapport ‘Onderweg naar Overmorgen’ van de Raad voor Cultuur. Uiterst actueel, urgent en getuigend van de noodzaak en wil om buiten de bestaande en vertrouwde kaders te denken en te handelen. Die attitude past bij de uitgangspunten, de doelstellingen en de werkwijze van het investeringsfonds Brabant C, dat sinds zijn start in 2015 inzet op innovatie, out of the box thinking, next level ambities en maximale verbinding met andere dan culturele domeinen.

Wij ondersteunen van harte dat in dit rapport gekozen wordt voor de Fieldlab-methodiek om de grote problemen waar de coronacrisis ons mee confronteert het hoofd te bieden. Het is een aanpak die de regio Brabant als een handschoen past. Tien jaar geleden verwierf Eindhoven samen met Helmond en Veldhoven de titel ‘Smartest Region of the World’, een verdienste die gebaseerd is op het ‘triple helix’-model – de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en de onderwijs- en kennisinstellingen – waarmee in gezamenlijkheid de agenda en strategie voor het onderhouden en versterken van het regionale innovatie ecosysteem wordt bepaald. Sindsdien is de triple helix door toetreden van de creatieve sector verbreed tot een multiple helix. In het bijzonder droegen design en designthinking hieraan bij.

Neem de Dutch Design Week als voorbeeld. In aanloop naar de zomer was al duidelijk dat dit grootse evenement in zijn gebruikelijke vorm (met 350.000 bezoekers) in 2020 niet zou gaan plaatsvinden, hoogst onzeker of de DDW uberhaupt zou doorgaan. Met ondersteuning van het corona-snelloket van Brabant C gaf de DDW drie ontwerpers de opdracht zich te verbinden aan drie domeinen, allen met de vraag: “ontwerp hanteerbare prototypes voor de DDW en de World Design Embassies 2020 voor een post-corona editie die in de toekomst verder door ontwikkeld kunnen worden”.

Deze prototypes richten zich op:
1) Publiek in de fysieke ruimte – hoe kan er een ruimtelijk concept ontwikkeld worden waar de presentatie van werk maximaal tot zijn recht komt maar waar het publiek zich veilig voelt.
2) Digitale/virtuele presentatie – hoe kan de verscheidenheid van design gepresenteerd worden op andere wijze – wellicht meer digitale wijze – dan op de traditionele manier.
3) Talks & debatten – hoe kunnen talks & debatten op een andere manier gepresenteerd worden. Enerzijds waar het bezoek wél live aanwezig bij de spreker(s) is, anderzijds middels andere audioformaten.

Nadrukkelijke voorwaarde van Brabant C was dat de resultaten gedeeld zouden worden, ook met andere disciplines en domeinen, van concertzalen tot popfestivals, van theaters tot musea en bioscopen. Deze resultaten passen perfect in het voorgestelde Fieldlab Ruimtelijk Ontwerp.

De resultaten sluiten ook aan bij het Fieldlab Digitalisering. Voor het eerst was de DDW volledig virtueel. Geen fysieke expo’s in Eindhoven, maar alles online. Ruim 1.500 (inter)nationale ontwerpers namen deel en toonden hun werk. In 3D Viewing Rooms, op DDW TV, in video’s, artikelen en talks. Behalve de DDW zijn er tal van anderen die de digitale mogelijkheden verkennen: innovatieve festivals als Playgrounds, STRP, (Im)possible Bodies, Manifestations en Economia (Baltan Laboratories), maar ook een muziekfestival als Roadburn maakt zich op voor een virtuele variant. Temeer daar deze festivals allemaal partner zijn van Brabant C, hebben we het initiatief genomen in gezamenlijkheid best practices uit te wisselen om met de lessons learned nieuwe stappen te zetten. Daarbij speelt de Effenaar een belangrijke rol, dit poppodium onderzoekt als eerste in Nederland de mogelijkheden voor een zogenaamde ‘smart venue’ waarbij de TU/e aangehaakt is maar bijvoorbeeld ook 4DR Studios, de eerste mobiele 3D-studio ter wereld.

Connecting The Dots was afgelopen november een aansprekend voorbeeld dat mooi past bij het Fieldlab Productdifferentiatie. GLOW, het grootste lichtkunstfestival van Nederland, besefte na de lockdown in maart jl. alras dat een ‘normale’ versie er in 2020 niet in zou zitten. Dan maar geen GLOW? Nee, de organisatie ging aan de slag om modulaire producties te ontwerpen en te testen, zodanig dat ze zouden passen bij anderhalvemeterscenario’s of zelfs op maat ingezet zouden kunnen worden bij een complete lockdown. Met een bescheiden bijdrage van Brabant C en een overweldigende sponsoring van het bedrijfsleven kleurde Eindhoven drie dagen blauw en werd de verbinding gesymboliseerd door duizend rode ballonnen. Het achtuurjournaal deed er verslag van, de wereld keek virtueel mee.

Tenslotte doet het ons deugd te lezen dat de Raad een revolverend productiefonds bepleit voor innovatie in de podiumkunsten, met als doel groei en innovatie te bevorderen en producenten in staat te stellen meer risico’s te nemen en te experimenteren met nieuw werk, makers en publieksbenaderingen. Vanaf zijn start is Brabant C ingericht als een revolverend fonds, dat leningen en combinaties van subsidie en lening verstrekt. En niet zonder succes. In de periode 2019-2020 werd voor 1,5 miljoen aan leningen verstrekt, en inmiddels is daarvan al 0,5 miljoen teruggevloeid naar Brabant C.

De Raad wijst erop dat de slagingskans van het revolverend productiefonds groter wordt als ook private partijen bij dit fonds worden betrokken, om op den duur de financiering van dit fonds publiekprivaat te organiseren. Brabant C onderschrijft deze gedachte volledig. In 2020 hebben wij ons ingespannen deze private geldstromen aan te boren en te bewegen. Met als resultaat een nieuwe stichting, die het activeren van de vraagzijde (van private financiers) als doelstelling heeft. Deze publiek-private samenwerkingen bevorderen de productie, de distributie en de presentatie van cultuur, en – niet onbelangrijk – ze vergroten de totale financiële huishouding van de sector door met een beperkte publieke bijdrage derden te verleiden meer geld aan cultuur te besteden. Daarmee maken we de taart voor cultuur groter, terwijl de overheidsmiddelen niet hoeven te groeien.

Graag bieden wij de kennis en ervaring die wij de afgelopen zes jaar hebben opgedaan aan bij het vormgeven en uitwerken van de landelijke fieldlabs. Tevens stellen wij graag ons netwerk ter beschikking. Omdat wij niet precies weten hoe de verdere uitwerking ter hand zal worden genomen, doen wij ons aanbod aan u, in de verwachting dat het dan op de juiste plek zal landen.

Met vriendelijke groet,

Frans van Dooremalen

Directeur-bestuurder Brabant C

 

Vragen of opmerkingen na het lezen van bovenstaande? Neem dan gerust contact met ons op via info@brabantc.nl